Campanula baumgartenii

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Campanula baumgartenii
Campanula baumgartenii
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Campanuliden
Orde:Asterales
Familie:Campanulaceae (Klokjesfamilie)
Geslacht:Campanula (Klokje)
Soort
Campanula baumgartenii
Becker (1827)
Campanula baumgartenii
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Campanula baumgartenii op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Campanula baumgartenii is een zeldzame soort uit de klokjesfamilie (Campanulaceae). Vroeger werd de plant onder de botanische naam Campanula rotuntifolia var. lancifolia als variëteit van het grasklokje (Campanula rotuntifolia) beschouwd.

Botanische beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

De kruidachtige plant wordt 40-85 cm hoog, met meest rechtopstaande stengels en lancetvormige, soms eironde tot lancetvormige bladeren. Hieraan groeien van juli tot september 1,5-2 cm grote blauwe bloemen.

De plant lijkt sterk op het grasklokje. De twee soorten zijn onder andere door de grote variabiliteit van beide soorten selechts moeilijk van elkaar te onderscheiden. Een ook voor de leek duidelijk herkenbaar kenmerk zijn de stengelvormende wortels, die knolvormig verdikt zijn. Een ander kenmerk van deze soort is het vermogen zich door uitlopers vegetatief te vermeerderen.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

De plant komt van nature hoofdzakelijk in Duitsland voor. De soort heeft er twee vestigingsplaatsen, een kleine in Taunus en een grotere in de Pfalz, die doorloopt tot in Frankrijk (Beneden-Elzas, Lotharingen). Ze is zeldzaam en geldt daarom als bedreigd. In het kleine vestigingsgebied bij Taunus zijn ongeveer 40 standplaatsen met circa 5500 exemplaren bekend (2002). Sinds de opname van de soort in een beschermingsprogramma van 1998 tot 2000 en verder onderzoek door vooral Buttler is het bestand in Hessen als stabiel te beschouwen. Voor het grotere bestand in Rijnland-Palts zijn geen nadere cijfers bekend.

De soort geeft de voorkeur aan halfschaduw, een warme standplaats op zwakzure en stikstofarme grond. Vooral op blauwgraslanden, maar secundair ook langs straatranden en af en toe in beukenbossen.

Vermeerdering[bewerken | brontekst bewerken]

Naast vegetatieve vermeerdering kent de plant ook verspreiding door zaadvorming. de bestuiving gebeurt door bijen.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Buttler, K. P.: Beitrag zur Kenntnis von Campanula baumgartenii, in: Botanik Naturschutz Hessen, 14:77-90, 2002.
  • Buttler, K. P. & Hodvina, S.: Die Verbreitung der Lanzenblättrigen Glockenblume (Campanula baumgartenii) im Taunus, in: Botanik Naturschutz Hessen, 14:57-76, 2002.
  • Taxon: Campanula baumgartenii Becker; in: USDA, ARS, National Genetic Resources Program; Germplasm Resources Information Network - (GRIN) [Online Database]; National Germplasm Resources Laboratory, Beltsville, Maryland; [17 February 2012]